zondag 22 maart 2009

CORNELIS

Donderdag 26 oktober 1757 ben ik in Alkmaar geboren als oudste zoon van Pieter Boendermaker en Trijntje Kroon. Na mij kregen mijn ouders in 1759 een dochter, Engeltje, en in 1765 werd mijn broer Claas geboren.

Op 11 november 1780 ben ik in Hoorn getrouwd met Grietje van Straaten. Wij hebben samen drie dochters en een zoon gekregen.
Onze zoon Adrianus is in maart 1785 geboren. Hij werd broodbakker en ging aan het Verdronken Oord wonen, niet ver van de Ridderstraat waar ik met mijn gezin woonde. Ik heb nog mogen meemaken dat Adrianus op 10 mei 1812 trouwde met Wilhelmina Mentink. Drie dagen na de trouwerij overleed ik en op 16 mei ben ik begraven bij mijn ouders in graf nummer 355 in de noordergang in de Grote of Laurenskerk.
Onze dochter Neeltje is anderhalf jaar na Adrianus geboren. Haar huwelijk met Jacob Mollevanger heb ik niet mee mogen maken. Zij trouwden 23 mei 1813, een jaar na mijn overlijden. Jacob was net als Adrianus broodbakker.
Onze dochter Engeltje is in 1787 geboren en Maria in 1789. Zij zijn niet oud geworden.

Wij hebben steeds in Alkmaar gewoond, waar ik tot 1806 schoolmeester ben geweest. Ik was duitse meester, dat wil zeggen meester aan een lagere school. Vanaf 1797 was ik ook schrijfmeester. Enkele jaren daarvoor was ik door de stadsregering aangesteld als opvolger van Govert de Beer, die stads- en diaconieschoolhouder was. Ik verdiende er jaarlijks f 125,-- mee. Bovendien hadden wij vrij wonen in het schoolgebouw aan de Ridderstraat.

Tussen 1785 en 1795 ben ik met tussenpozen gedurende zes jaar inspector geweest. Dat hield in dat ik op de scholen naging of er wel volgens de regels werd lesgegeven. Elk jaar, op Koppermaandag (dit is de maandag na Driekoningen – 6 januari) werden de inspectoren door een commissie van scholarchen (curatoren) gekozen. Als je werd gekozen dan had je het vertrouwen van de heren scholarchen; je had genoeg kennis en kunde in huis om je vakbroeders en -zusters te beoordelen. Hoewel niet veel, leverde het toch wat extra salaris op naast datgene wat ik als schoolmeester verdiende.

Het is misschien wel even aardig om te vertellen hoe ik stadsschoolmeester ben geworden.
Toen Govert de Beer, stads- en diaconie- duitse schoolmeester, door het Comité van Algemeen Welzijn tot besteller der pakgoederen bij het Amsterdamse Veer benoemd werd, zochten diakenen van de hervormde kerk een opvolger voor de kinderen van de bedeelden van het aalmoezeniershuis.
De diakenen hadden in 1795 het oog op Cornelis Hoogkarspel. Maar ik, Cornelis Boendermaker, was een patriot. Hoewel de scholarchen aan de benoeming van een stads- en diaconieschoolmeester geen deel gehad schijnen gehad te hebben, waren zij waarschijnlijk toen al bewonderaars van de Franse broeders; zij waren patriotten.
In een vergadering lieten de gecommitteerden het volgende bericht uitgaan:

“alzoo de aanstelling van Cornelis Hoogkarspel, tot schoolmeester om wettige
redenen, op Zaterdag den 3 October, met regenten van 't aalmoezeniershuis, niet
heeft kunnen plaats hebben, rapporteert de commissie dat den 3 November met
algemeene stemmen is benoemd, Cornelis Boendermaker, hetgeen door de vergadering is goedgekeurd.”
(De oude scholen. Geschiedkundige feiten van 1560 tot 1806, verzameld uit het archief der gemeente Alkmaar / door J.J. De Gelder. - Alkmaar, 1886)

Ja, ik was een patriot. Ik voelde me tot het patriottisme aangetrokken omdat dit een politieke stroming was die burgers bij bestuur en politiek betrok. De oude, Oranjegezinde, regering bestond voornamelijk uit regenten die het voor het zeggen hadden. Burgers hadden nooit iets in te brengen.

Op 30 mei 1788 hadden de commissarissen van de Prins van Oranje een verordening doen uitgaan die de Alkmaarse burgemeesters er op wees er goed te letten het onderwijs op de scholen niet toe te vertrouwen aan lieden die de patriotse ideeën waren toegedaan en deze ideeën ook uitdroegen.
Negen mensen, waaronder ik, werden bij het stadsbestuur geroepen. Op 6 juli 1794 werd ik, samen met acht andere stadsambtenaren

“...in bescheiden termen vermaand om [ons] voortaan van tegen de herstelde
constitutie indruisende daden te onthouden...”.

Wij beloofden dit allen grif en mochten daarop onze betrekking houden.
De Oranjegezinden hadden geëist dat wij van onze functies ontheven zouden worden, maar daarin kregen zij niet hun zin.

Een half jaar later, in januari 1795, werd in Alkmaar een Comité Revolutionair geformeerd dat het stedelijk bestuur overnam. Tot eind 1813 hebben de patriotten het Alkmaarse stadsbestuur gevormd. Na 1813 kwam Oranje weer aan de macht, maar niet alles werd zoals vóór 1795. Een aantal bestuurlijke hervormingen uit de Bataafs-Franse tijd werd gehandhaafd.
Op 3 november 1795 ben ik benoemd tot stadsdiaconieschoolmeester, maar dat had ik al verteld.

Hoe zat het onderwijs op een duitse school eigenlijk in elkaar?
De leerlingen waren verdeeld in drie groepen.
De jongste kinderen kregen alleen leesonderwijs. Zij leerden lezen onder andere uit Het Haneboek (genoemd naar de houtsnede van een haan op de titelpagina van het boek) en A.B-boekjes met een gevarieerde inhoud voor het lees- en schrijfonderwijs. Behalve schrijfvoorbeelden in diverse lettertypen bevatten zulke boekjes ook stichtende verhalen, titulatuur, voorbeeldbrieven en etiquetteregels. Een ander veelgebruikt boek was de Trap der Jeugd, een serie verzamelboekjes met allerlei nuttige kennis en wetenswaardigheden.
(http://www.xs4all.nl/~remery/Schoolboeken/sboek18visser.html)

Waren de kinderen de kunst van het lezen machtig, dan kregen zij ook schrijfles. Dat gebeurde echter niet voor hun achtste of negende jaar, want in die tijd werd gedacht dat de handjes van jongere kinderen anders misschien een verkeerde schrijfstijl zouden kunnen aannemen, zodat zij later nooit de sierschrijfkunst zouden kunnen uitoefenen. Mooi schrijven was heel belangrijk in die tijd.
In het begin van de 19e eeuw kwam het tegelijk leren lezen en schrijven in zwang en werd het zelfs verplicht gesteld.
Ik was de eerste Alkmaarse schoolmeester die bevoegd was om de kinderen te leren lezen én schrijven.

De kinderen die konden lezen en schrijven, leerden ook rekenen. Zij kregen les uit het befaamde rekenboek van Willem Bartjens.
Van Willem Bartjens verscheen in 1604 het boek Cijfferinghe, een rekenboek dat gericht was op de handel. De meeste kinderen die konden lezen en schrijven kwamen niet aan het leren rekenen toe, omdat zij uit werken moesten gaan.

Behalve lezen en schrijven kregen de kinderen ook godsdienstonderwijs.

De school aan de Ridderstraat bestond uit één vertrek. Kinderen van alle leeftijden zaten door elkaar. Er stonden bankjes waar ze op konden zitten. Voor de kinderen die leerden schrijven waren er tafels.
Mijn plaats was voor in de klas, een plaats van waaruit ik de klas goed kon overzien. Zo nu en dan liet ik een kind bij me komen om te overhoren. Ook liep ik wel de klas in om te zien of de kinderen die aan het schrijven waren wel goed hun best deden.
Er was twee keer per dag drie uur school, met twee vrije middagen per week.

De meeste kinderen gingen van hun 5e tot hun 10e jaar naar school. Vooral op dorpsscholen waren de kinderen niet ouder, omdat zij thuis moesten helpen met het werk op het land.
Maar dit was een stadsschool en nog wel een school voor de minder bedeelde kinderen. In onze school lag de gemiddelde leeftijd aanzienlijk hoger. De kinderen kwamen meestal pas op school als hun ouders armlastig waren geworden. Meestal hadden de kinderen tot die tijd door te werken het gezinsinkomen helpen aanvullen.
Over het algemeen mochten ze de school pas verlaten als zij 16 jaar waren of als zij redelijk konden lezen en schrijven. Die oudere kinderen hadden maar een paar uur per dag school omdat zij overdag bij een baas moesten werken.
(Algemene geschiedenis der Nederlanden – deel 7 – Nieuwe tijd; blz. 264 – 267).

Zo heb ik heel wat armoede gezien en verdriet meegemaakt. Maar het lesgeven op deze school was mijn lust en mijn leven. Er is toch niets mooiers dan kinderen die weinig kansen hebben zoveel kennis te laten opdoen dat ze later een beter leven kunnen hebben? Kennis is macht, heb ik altijd gezegd.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten